Shawn Layden, de voormalige baas van Sony Worldwide Studios, uitte in een interview zijn twijfels over de weg die de gameindustrie inslaat. Games ontwikkelen kost steeds meer geld, dus spelen uitgevers op safe. En dat betekent vooral sequels van bestaande reeksen en meer games in populaire genres. Daarnaast zien we telkens minder vernieuwing.

Layden vertrok twee jaar geleden bij Sony. In een interview met GI.biz sprak hij zich uit over de evolutie van de game-industrie. Zo voorspelt hij dat het in de toekomst bijzonder moeilijk wordt voor kleine ontwikkelaars om op te boksen tegen projecten van de grote uitgevers.

Layden haalt aan dat PS4-games een gemiddelde productiekost van 150 miljoen dollar hadden. En voor PS5-titels ligt dat veel hoger. Layden vreest dat originele games een stille dood zullen sterven, mede door de grote groei van de industrie. Dat licht hij helder toe: “Consolidatie is de tegenstander van diversiteit. Het neemt tal van kleinere spelers van het veld weg, die opgenomen worden in grotere conglomeraten. En dan wordt diversiteit een probleem.”

Hoe groter de game-industrie wordt, hoe minder plek er is voor kleine ontwikkelaars die originele games maken. Volgens Layden wordt alles nu beperkt tot populaire genres en bekende sequels die verkopen. “Vroegere favorieten zoals Parappa en Vib-Ribbon krijgen geen plaats meer in de schijnwerpers,” zegt Layden. “En dat is niet goed voor de industrie, maar ook niet voor de fans.”

Layden heeft zeker een punt. Of het echt zo’n slechte vaart zal lopen voor kleinere studio’s valt natuurlijk nog te zien. Er zijn immers altijd gamers, die op zoek gaan naar originele verrassingen. Natuurlijk rest de vraag dan of kleinere titels een groot genoeg publiek kunnen bereiken om hun ontwikkelingskosten te recupereren.

Wat denken jullie? Tijd om Call of Duty en FIFA links te laten liggen en op zoek te gaan naar wat verrassende indies?