Hoewel heel wat uitgevers het gebruik van AI-tools proberen door te drukken, zijn ontwikkelaars er grotendeels van overtuigd dat AI slechts in beperkte mate nuttig is. De grote baas van Take-Two Strauss Zelnick kijkt zelfs bijzonder sceptisch naar AI en en ziet weinig potentieel in die tools voor game-ontwikkeling.

Tijdens een recente technologiebeurs uitte Zelnick zijn bedenkingen. Volgens hem blijven AI-tools beperkt in hun gebruik bij creatieve projecten door twee belangrijke aspecten: auteursrechten en het soort data dat dergelijke modellen gebruiken.

In eerste instantie moeten studio’s hun intellectuele eigendommen (IP) kunnen beschermen. IP’s ontwikkeld met AI-tools zijn volgens Zelnick niet beschermd door auteursrecht. AI-tools houden bovendien geen rekening houden met assets en media die beschermd zijn door het auteursrecht. En dat is een eerste groot probleem.

Ten tweede schieten AI-modellen volgens Zelnick inherent tekort bij creatieve processen omdat ze enkel data raadplegen die al bestaat. AI-modellen blikken dus enkel terug op alles wat al gecreëerd is en kunnen geen originele ideeën genereren.

AI inzetten om games te maken is daarom uit den boze, aldus Zelnick. En op een knop drukken en AI een marketingplan voor GTA 6 uitwerken? Volgens Zelnick is ook dat niet mogelijk. Niet alleen omdat AI daar nog niet complex genoeg voor is, maar ook omdat Zelnick oprecht gelooft dat het resultaat waardeloos zou zijn.

Volgens Zelnick ligt de kracht van game-ontwikkeling nog steeds bij het creatieve menselijke brein. Dergelijke creativiteit kan volgens hem niet bestaan in AI-modellen, omdat die puur werken met bestaande data.

Vraag is natuurlijk of zijn visie over 10 jaar hetzelfde zal zijn, eens AI sterk geëvolueerd is.