REVIEW AEW: Fight Forever – Blijft te veel in de jaren 90 hangen
Maxim Vandendaele |
17 juli 2023
Getest op: Xbox Series
Ook beschikbaar op: PS4/PS5/Xbox One/PC
Het is lang eenzaam aan de top geweest voor worstelmogul Vince McMahon en zijn World Wrestling Entertainment-imperium. Maar sinds 2019 is er ene Tony Khan opgestaan: een vermogende jongeling die in een zotte bui All Elite Wrestling op poten gezet heeft. En die concurrerende worstelpromotie ziet het groots, héél groots.
Zo heeft ze inmiddels al drie wekelijkse televisieshows, steekt ze eind augustus de plas over om het iconische Wembley Stadium in Londen in te palmen – al minstens 70.000 kaartjes zijn de deur uit! – en is er nu ook de videogame Fight Forever.
Niet de minsten zitten achter de knoppen overigens: de Japanners van Yuke’s, bekend van de langlopende, succesvolle WWE Smackdown-reeks en diens spirituele opvolger WWE 2K, krijgen na het fiasco dat WWE 2K19 heette een poging tot eerherstel. Met gemengd succes, moeten we nu al bekennen.
WWF No Mercy: de sequel
AEW: Fight Forever is eigenlijk een vreemd beestje. Het is een gloednieuwe game, maar voelt tegelijk enorm nostalgisch. De makers hebben dan ook nooit onder stoelen of banken gestoken dat ze zich hevig hebben laten inspireren door de Nintendo 64-klassieker WWF No Mercy (2000), door menig kenner beschouwd als hét magnum opus der wrestling-games. Allemaal goed en wel, maar een terugkeer naar jaren 90-graphics had nu ook niet gehoeven.
In tegenstelling tot (de door ons warm aanbevolen) recentste aflevering van 2K, waar de makers prat gaan op een zo waarheidsgetrouw mogelijke ervaring, trekt Yuke’s volop de arcade-kaart, met kemphanen die meer weghebben van cartoonfiguren dan hun echte evenbeeld. Het is een bewuste keuze, al vinden wij ze niet helemáál geslaagd. Wat dan weer wél cool is: de Switch-versie hoeft op grafisch vlak niet onder te doen voor zijn potenter rivalen. Al moet je er dan wel een iets minder vloeiende framerate bijnemen.
Verfrissend simpel
Die karikaturale look past dan weer perfect bij de flitsende confrontaties in de ring, waar het tempo te allen tijde enorm hoog ligt. Ronduit verfrissend is het om eens geen ellenlange tutorial te hoeven doorploegen om de backbreakers, hurricanrana’s en andere pijnlijk ogende houdgrepen uit te voeren. Fight Forever mikt duidelijk op de pick-’n-play-ervaring die ons als tweeners vele slapeloze nachten bezorgde, in tegenstelling tot de veelal ingewikkelde sport- en vechtgames van vandaag.
Ja, het voelt allemaal vrij basic aan, en al zeker in vergelijking met de concurrent, maar het plezier primeert. Good ole wrasslin’, niet meer, niet minder. Wie meer franjes verwacht, blijft beter bij de 2K-reeks hangen, want Fight Forever is al bij al aan de Bill Goldberg-kant (lees: kaal). De entrees zijn eerder rudimentair – al kan je dan weer wel zelf het vuurwerk bedienen – en play-by-play-commentaar ontbreekt, net als het stemmenwerk bij de carrièremodus. Nee, het zijn gewoon maximaal vier spierbundels die elkaar tot moes slaan.
Ook de variatie in wedstrijdtypes valt nogal tegen, op de exploding barb wire match na, waarbij de touwen plaatsmaken voor… welja, explosief prikkeldraad. Hetzelfde kan gezegd worden over de creatiemodi: wat je eigen spierbundel of zelfs worstelarena ineenflansen betreft, moet Yuke’s de duimen leggen tegen 2K.
Rpg light
De carrièremodus Road to Elite lijkt ook een reliek uit de jaren 90. In deze rpg light kruip je een jaar lang in de huid van een al dan niet zelfgemaakte worstelaar, in de hoop zo veel mogelijk goud te vergaren. Tussen het schijnvechten in dien je een hoop onnozele minigames tot een goed einde te brengen – van memory over quizzen tot baseball (we shit you not) – om zo XP te verdienen en vervolgens je stats op te krikken. ‘t Is te zeggen, dat geldt enkel voor een zelfgebouwde wrestler. De statistieken van pakweg posterboy Kenny Omega liggen muurvast, waardoor die terloopse ongein nóg overbodiger aanvoelt.
Ook eten, bezienswaardigheden bezoeken, persconferenties geven,… staan op het menu, maar voegen weinig toe, waardoor we ons eigenlijk liever beperken tot de vriendschappelijke wedstrijdjes. Ook online, waar alles zo vlot speelt als gehoopt. Gelukkig maar, want Yuke’s heeft een totaal van de pot gerukte Battle Royale-modus in de pijplijn zitten getiteld Stadium Stampede, waarin je met dertig anderen niet alleen de ring, maar een volledig stadium tot gort kunt slaan. Deze gratis toevoeging zou niet lang meer op zich laten wachten.
Ondanks onze klachten heeft Yuke’s wel een solide basis neergepoot voor de toekomst. Ja, Fight Forever is erg ruw aan de randjes, maar ieder partijtje was op z’n minst amusant. En zeg nu zelf, is dat niet de reden waarom we überhaupt gamen? WWE 2K mag zich nog steeds koning der worstelgames noemen, maar er loert in de verte een kaper op de kust.
- simpele, doeltreffende controls
- plezier primeert
- de spirituele No Mercy-sequel die we al zo lang willen
- grafisch ondermaats
- carrièremodus is te licht
- te karig over de hele lijn
BESLUIT
Een geslaagde hommage aan de wrestling-games van weleer, al blijft Fight Forever net iets té veel in de nineties hangen. Aan te bevelen voor wie genoegen neemt met simpele, rechttoe rechtaan actie in de ring.